Het was voor het eerst, dit jaar, dat het weer eens lekker weer was, het zonnetje brak door het wolkendek, de vogeltjes floten, en de thermometer tikte de magische + 10 graden aan.
Het was z’n kriebel dag, je voelt je energiek, aangestoken door het weer, alsof je wakker wordt na een lange duffe winterslaap. Je wilt wat doen! Maar het was zondag, een lazy zondag.
Je wilt genieten van de frisse lucht en van de buitentemperatuur, voordat deze laatste besluit dat het toch nog echt te vroeg is voor deze temperaturen, en erachter komt dat het nog hartje winter is.
Wij besloten naar buiten te gaan… Een beetje te toeren, dus het dak ging eraf. Daar heb je uiteindelijk een cabrio voor toch?
Nadat wij een dikke jas en sjaal aangetrokken hadden, de kachel op standje cremeren hadden gezet, de raampjes omhoog, werd de motor gestart met een druk op die magische rode knop.
Lichtelijk tegensputterend kwam het beest tot leven, geïrriteerd dat het uit zijn winterslaap gewekt werd. De remmen kwamen los, en rustig rolde wij het mooie Maastricht uit… Op naar de door ons omgedoopte Touge.
Terwijl de motor en banden opgewarmd werden, kregen wij er ook zin in. Het toeren ging steeds sneller, totdat het magische vtec gehuil door de heuvels en bossen weerkaatste…
Gierende en piepende banden deden wandelaars en natuurgenieters verschrikt verstijven in hun pas.
Ik zag fietsers verstijven, terwijl onze remmen rookte en siste.
De banden kregen er ongenadig van langs en het asfalt werd afgezeikt. Letterlijk.
Terwijl wij gigantisch dwars door een bocht gingen, zag ik in een flits een oud vrouwtje op een bankje zitten, genietend van de buitenlucht, een boterham eten. Haar arm bevroor in de beweging en haar mond bleef openstaan, terwijl de boterham in de lucht hing. Ik zat geplakt tegen het zijraam, klampte mij wanhopig vast aan die rolkooi, terwijl door mijn hoofd flitst, waarom ik in godsnaam dat dunne zwarte enge gordeltje aan had getrokken, terwijl die brede groene Takata gordels werkeloos over mijn schouders hingen te klapperen.
Mn hart klopte op een tempo waar korsakoff jaloers op zou worden. Ik scheet dus in mijn broek…
Ach waarschijnlijk had ik dat nog te goed, van die keer dat hij bij mij achterop stapte.. Op dat groene ding, en mij toevertrouwde dat het wel wat sneller mocht, het was geen brommer toch? Mijn groene ninja een brommer noemen ging mij toch wat te ver, en omdat ik mij niet wilde laten kennen, draaide ik dat gas open..
terwijl de naald van de toerenteller naar de 12.000 vloog, hield hij zich uit alle macht vast, zijn hoofd achterover geslagen, biddend dat zijn kinbandje het niet zou begeven, omdat dan zn helm het luchtruim zou kiezen. Toen scheet hij in zijn broek.
Ach waarschijnlijk krijg je de spiegel op een dag terug.
Hij is nooit meer achterop gestapt. Toch vreemd… Ik was in ieder geval blij toen ik met beide benen kon uitstappen. Stiekem toch wel. En zo was lazy sunday, toch zo lazy niet..
17 jan 2011